1. Johan Bastiaannet 7 februari 2014 Centraal in dit vrij eenvoudige eindspel staat de onpareerbare aanval van een witte dam op vier zwarte schijven. In de D- en hoofdvariant culmineert die in een Coup Manoury naar veld 18 dan wel veld 22. De hoofdvariant vormt hier als het ware een echo van variant D. Dit op zich bescheiden echo-effect sprak me bij het componeren van dit stukje nogal aan! De varianten A en B tonen dat zwart zich evenmin kan redden met de doorbraakpoging (40) of de sluitzet (27) en zich toch maar het beste kan laten inpakken door het fraaie dubbeloffer 40! Eerst de hoofdvariant: 16! (37AB) 40!, 2 (18CD) 7 (27) 22 +. De vier varianten A, B, C en D zijn hieronder achtereenvolgens weergegeven op het moment na wits laatste zet, dus telkens met zwart aan zet. 2. Johan Bastiaannet 11 maart 2014 Het mini-eindspel mag zich al vele jaren bij de eindspel- componisten in een grote populariteit verheugen. Maar of dit bij de achterban van eindspelliefhebbers ook het geval is, zou ik zo niet weten. Witte dammen die niet zelden met ondoorgrondelijke manoeuvres alle kanten op kunnen zwiepen, daar houdt niet iedereen van.
Maar
hier geen moeilijk gedoe; de
zes zwarte schijven staan immers zo ongelukkig opgesteld dat de twee
witte die
zelfs met speels gemak weten te kloppen. In de hoofdvariant kan zwart
het
schijfverlies nog wat beperken. Maar wit plaatst doodleuk een nieuwe
én
dodelijke aanval op de resterende vier schijven. Eerst weer de hoofdvariant: 1 (39AB) 15, 4! (28CD) 25 (32) 20 (37) 47 +.
De drie belangrijkste varianten kunnen met zwart aan zet, beginnend met de standen na wits zet daarvoor, hieronder nagespeeld worden.
3.
Johan Bastiaannet
4
november 2014 Dat de variant B wat ontsierd wordt door een veldkeus, soit! Hieronder links de
hoofdvariant: 4 (18AB) 36 (28C) 41! (39) 5 (44) 24-19 +.
De varianten B en C van de
hoofdvariant:
Tenslotte de vertakkingen D en
E van variant A. |